De tafel is de basisgedachte, de tafel waar plaats is voor iedereen.
De tafel staat op 4 poten van verschillende soorten hout. 1 poot is van de berk, 1 van de beuk, 1 van de kastanje en 1 van de eik.
De 4 verschillende soorten hout staan voor de 4 vrouwen in deze adventstijd, zij zijn net zo verschillend als de 4 poten van de tafel en hebben alle 4 een verschillende achtergrond.
De 4 vrouwen die nu aan de tafel zitten verschillen net zoveel van elkaar als de 4 windstreken. Noord, oost, zuid en west zijn nu verenigd aan de tafel.
De 4e vrouw aan de tafel is Tamar, ook een vrouw die aan de rand van de samenleving staat. Ze is versluierd door verdriet en eenzaamheid. Toch mag ze aanzitten aan de tafel waar ruimte is voor iedereen zonder aanzien des persoons.
In de schikking zien we haar verdriet verscholen achter pluizige en onduidelijke vormen. Haar toekomst is onduidelijk en ziet er somber uit.
De roze kleur in de schikking maakt haar verdriet en onzekerheid wat lichter. Het rood van de pijn is verzacht door haar zwangerschap en wordt lichter van kleur.
Verstopt achter de sluier van herinneringen komt ruimte voor nieuw leven. Net als bij de andere vrouwen aan de tafel komt er licht in haar leven.